ANDALUSIË
BUITEN HET CENTRUM
Het noorden van Sevilla, La Macarena biedt een mengeling van vervallen barok- en Mudéjar kerken en ouderwetse tapas-bars. Bezoek vooral de Baselica de la Macarena, waar de Virgen de la Esperanza Macarena wordt vereerd. Van de vele kloosters en kerken biedt alleen het Convento de Santa Paula gelegenheid om achter de schermen van een besloten religieuze gemeenschap te kijken.
Het gebied ten zuiden van het stadscentrum wordt gedomineerd door het PARQUE Maria Luisa. Een groot deel ervan behoorde vroeger tot het terrein van het barokke Palacio de San Telmo. Veel van de gebouwen in het park zijn neer gezet voor de Ibero Amerikaanse tentoonstelling in 1929. Het grote vijfsterrenhotel Alfonso XIII en het halve maanvormige Plaza de España zijn de opvallende overblijfselen van deze opwelling van Andalusische trots
.
Dichtbij ligt de Koninklijke tabaksfabriek die voor altijd zal worden geassocieerd met Carmen, de fictieve zigeunerheldin, die er werkte. Tegenwoordig is hij onderdeel van de universiteit van Sevilla. In de 15 de eeuw werd een kartuizenklooster, het Monasterio de Santa Maria de las Cuevas ten noorden van Triana gebouwd.
Columbus heeft er gewoond en, voornamelijk om die reden is het gebied eromheen , het Isla de la Cartuja, gekozen voor de expo '92. Tegenwoordig wordt het ontwikkeld als cultureel themapark.
BASILICA DE LA MACARENA
Het belangrijkste monument van de wijk Macarena is de gelijknamige basiliek. Niet zozeer het uitzicht van de neobarok-kerk uit 1949 is bijzonder, maar wel het beeld dat er wordt gehuisvest: La Virgen Esperanza Macarena.
Dit madonna beeld is één van de meest vereerde en geliefde processie figuren van de Sevillianen. De uitzonderlijke schoonheid van de madonna en de prachtig gedecoreerde mantel brengen veel mensen in vervoering. De Virgen weent altijd kristallen tranen omwille van de dood van haar zoon Jezus. Het beeld zou het werk zijn van de beroemde beeldhouwer Roldan.
Elk jaar op goede vrijdag proberen duizenden mensen een glimp op te vangen van de Virgen Esperanza Macarena als zij richting kathedraal word gedragen.
Vlakbij de basiliek vind je de Arco de la Macarena of Macarena-boog en overblijfselen van een vestigingswal uit de tijd van de Almoraviden-dynastie.
PALACIO DE SAN TELMO
Dit indrukwekkende paleis is in 1682 gebouwd als zeevaartschool. Kapiteins stuurlieden en andere hoge officieren kregen er hun opleiding. Het is genaamd naar de H. Telmo, patroonheilige van de zeevaarders.
In 1849 werd het paleis een privé woning van de Hertogin van Montpensier, tot 1893 hoorde het Parque Marie Luisa tot het terrein.
Tegenwoordig is er het presidentiële hoofdkwartier van de Junta de Andalucia ( de regionale regering ) gevestigd.
Het mooiste deel van het paleis is het overdadige churriguereske portaal dat in 1734 door Leonardo de Figueroa is voltooid.
Rond de Ionische zuilen staan allegorische beelden van de kunsten en wetenschappen. De H. Telmo houdt een schip en kaarten vast en naast hem staan de H. Ferdinand met een zwaard en de H.hermenegildo met een kruis.
De noordgevel wordt bekroond door een rij Sevilliaanse beroemdheden die 1895 werden toegevoegd.
Aan de overkant ligt het beroemdste hotel van Sevilla, het Alfonso XIII uit de jaren twintig. De grote patio met fonteinen en sinaasappelbomen vormt er de grootste trekpleister.
PARQUE MARIA LUISE
Princes Maria Luise schonk in 1893 een deel van het terrein van het Palacio de San Telmo aan de stad. De tuin is ontworpen door Jean Forestier, directeur van het Bios de Boulogne in Parijs, die een lommerrijk decor schiep voor de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling van 1929.
De indrukwekkendste herinneringen aan deze uitspatting zijn het Plaza España, dat wordt versierd door landschap scenes op keramische tegels, en het Plaza de America, beiden vormgegeven door Aninbal Conzales. Aan het laatste ligt in het Pabellon Mudéjar, het Museo de artes y Costumbres Populares, dat traditionele Andalusische volkskunst tentoonstelt.
In het vlakbij gelegen Pabellon de las Bellas Artes bevindt zich het Museo Arqueologico.
TIRANA
Deze naar de Romeinse keizer Trajanus genoemde wijk was ooit de zigeuner wijk van Sivilla. Het is nog altijd een arbeiderswijk, met smalle straten en een voelbare onafhankelijke levensstijl. Al eeuwen lang staat de buurt bekent om zijn pottenbakkerijen.
De beste manier om Triana te bereiken is over Puente de Isabel II, die naar het Plaza del,Altozana leidt.
Op dit plein zijn smeedijzeren balkons met glazen voorkanten te bewonderen, de zogenaamde miradores. Vlak bij vindt u een van de karakteristieke straten uit deze wijk, de Calle Rodrigo de Triana met zijn wit en oker geschilderde huizen. Hij is genoemd naar de Andalusische zeeman, die als eerste de kust van nieuwe wereld zag.
De fraai geressorteerde Iglesia de Santa Ana uit de 13 de eeuw is de populairste kerk van Triana.
In de doopkapel staat de zigeunerdoopvont, die de gave van flamenco zang doorgeeft.
ISLA DE LA CARTUJA
Op de Isla de la Cartuja werd de expo '92 gehouden. Sinds die tijd is het veranderd in een complex van tentoonstellingsruimten musea en parken.
Het 15 de eeuws kartuizerklooster Monasterio de Santa Maria de las Cuevas, dat tot 1836 door monniken werd bewoond, ligt centraal in het gebied. Columbus woonde en werkte hier. Van 1507 tot 1542 lag zijn lichaam begraven in de crypte van de kerk, de Capillaire Santa Anna.
Voor de expo '92 werd het klooster gerestaureerd.
Het lago de España dat het middelpunt vormde van de Expo, is nu deel van het thema park Isla Magica, dat in 1997 geopend werd. Uitgangspunt zijn de ontdekkingsreizen naar Amerika die vanuit Sivilla zijn ondernomen in de 16de eeuw.
ANDALUSIË "DORPEN EN STEDEN"
SEVILLA
losflamencossexitanos.be ( c ) 2014 Alle rechten voorbehouden